De geschiedenis van de Сommunistische Partij van de Sovjet Unie

Last update: 17/03/2021

Korte leergaan van de geschiedenis van de K.P. v.d. S.U. 1938.  (Ook in het Russisch)

 

Inleding

 

    De communistische Partij van de Sovjet-Unie (de partij van de bolschewiki*) heeft een lange en roemrijke weg afgelegd, van de eerste kleine Marxistische studiekringen en groepen, die in Rusland in de jaren ‘80 van de 19-de eeuw ontstonden, tot de grote partij van de bolsjewiki, die heden ten dage** de eerste socialistische staat de arbeiders en boeren in de wereld leidt.

 

* De benaming "bolschewieken" ontstond tijdens het twee de partijcongres in 1903, nadat bij verkiezingen voor de centrale partijorganen Vladimir Lenin en zijn medestanders de meerderheid [bolsche] - "meer" verkregen hadden. Hun opponenten, die de belangen van de kleinburgerlijke intelligentsia in de Russische sociaal-democratie vertegenwoordigden, in de minderheid [mensche] - minder en werden sindsdien "menschewieken" genoemd.

 

** De USSR was verwijderd door de vijand van de socialisme M. S. Gordatchev en de K.P.S.U. was gesloten en verboden door de pResident of RF, resident Eltsin in 1991. En nu zijn opvolger is Vladimir Putin. Hij doet niets goed voor de arbeiders.

 

De K.P.S.U.(b) is opgegroeid op de grondslag van de arbeidersbeweging in het Rusland van voor de revolutie, uit Marxistische studiekringen en groepen, die met de arbeidersbeweging in verbinding traden en daarin socialistisch bewust zijn brachten. De K.P.S.U.(b) werd en wordt geleid door de revolutionaire leer van het Marxisme-Leninisme. Haar leiders ontwikkelden onder de nieuwe verhoudingen van het tijdperk van het imperialisme, van de imperialistische oorlogen en de proletarische revoluties, de leer van Marx en Engels verder en verhieven haar op een hogere trap.

 

De K.P.S.U.(b) is opgegroeid en sterk geworden in de principiële strijd tegen de kleinburgerlijke partijen in de arbiedersbeweging tegen de sociaal-revolutionairen (en nog vroeger tegen hun voorlopers, de narodniki*, tegen de menschewiki*, tegen de anarchisten, de burgerlijke nationalisten van alle schakeringen en in de partij – tegen de menschewistische, oportunistische stromingen, - tegen de Trotskisten, de Boecharinisten stromingen, de aanhangers en de afwijkingen ten aanzien van het nationale vragstuk en de overige anti-Leninistische groepen.

 

*"narodniki" komt van het russische woord "narod" – "het volk en betekend dus de mensen die uit het volk komen.

 *Het woord "mensche" betekend "minder" en het woord "bolsche" is "meer".

Menschewiki dus is de "minderheid" en de bolschewiki is de "meerderheid".

U moet ook weten dat de bolschewiki niet altijd in de meerderheid waren.

 

De K.P.S.U.(b) is sterkt geworden en werd gestaald in de revolutionaire strijd tegen alle vijanden van de arbiedersklasse, tegen alle vijanden van het werkende volk, tegen de landheren, de kapitalisten, de koelakken (enkv. koelak (meerv.: koelak's) of de dorpbourgeoisie. De koelak dat wilt zeggen een mens die in de dorp de macht en de geld gehad en tegen de dikke en oneerlijke %-ten en/of andere interessten iets in huur gegeven aan de arme boeren. Als de arme boer kon hem niet (of niet volledig) terug betalen dan word hij door de mensen van koelak hard geslaagd heeft of zelfs vermoord), de saboteurs, de spionnen, tegen alle huurlingen van de kapitalistische omsingeling.

 

De geschiedenis van de K.P.S.U.(b) is de geschiedenis van de revoluties:

 

- van de burgerlijk-democratische revolutie van het jaar 1905,

- van de burgerlijk-democratische revolutie in Februari 1917,

- en de socialistische revolutie in October 1917.

 

De geschiedenis van de K.P.S.U.(b) is de geschiedenis van de omverwerping van het tsarisme, de omverwerping van de macht van de landheren en de kapitalisten, de geschiedenis van de buitenlandse gewapende interventie tijdens de burgeroorlog, de geschiedenis van de opbouw van de Sovjet-staat en van de socialistische maarschappij in ons land.

 

De studie van de geschiedenis van de K.P.S.U.(b) verrijkt ons met de ervaring van de strijd de arbeiders en boeren van ons land voor het socialisme.

 

De studie van de geschiedenis van de K.P.S.U.(b), de studie van de geschiedenis van de strijd van onze partij tegen alle vijanden van het Marxisme-Leninisme, tegen alle vijnaden van het werkende volk helpt ons het bolschevisme beheersen en vehoogt de politieke waakzamheid.

 

De studie  van de heldhaftige geschiedenis van de bolschewistische partij wapend ons met de kennis van de wetten de maatschappelijke ontwikkeling en van de politieke strijd, met de kennis van de drijfkrachtende revoluite.

 

De studie van de geschiedenis van de K.P.S.U.(b) versterkt het vertrouwen in de definitieve overwinning van de grote zaak van de partij van Lenin en Stalin, in de overwinning van de communisme op de gehele wereld!

 

ILY.BE schetst in het kort de geschiedenis van de Communistische Partij van de Sovjet Unie (bolschewiki).

 

DE STRID VOOR HET SCHEPPEN VAN DE SOCIAAL-DEMOCRATISCHE ARBEIDERSPARTIJ

IN RUSLAND.

 

(1898-1901)

 

1.

- De opheffing van de lijfeigenschap en de ontwikkeing van het industriële kapitalisme in Rusland.

- Het ontstaan van een modern industrië-proletariaat.

- De eerste stappen van de arbeidersbeweging.

 

 

Het tsaristische Rusland heeft later dan de andere landen de weg van de kapitalistische ontwikkeling betreden. Voor de jaren 1860 waren er in Rusland zeer weinig fabrieken en bedrjiven.

Het op de lijfeigenschap berustende bedrijf van de adellijke landheren overheerste.

 

Onder het stelsel van de lijfeigenschap kon de industrie niet echt tot ontwikkeling komen.

 

De onvrije, horige arbeid ging gepaard met een lage produktivitet van de arbeid in de landbouw.

 

De gehele loop van de ekonomische ontwikkeling dreef naar de opheffing van de lijfeigenschap.

 

De tsaristische regering verzwakt door de militaire nederlaag tijdens de veldtocht in de Krim en verschrikt door de boeren "oproeren" tegen de landheren bleek genoodzaakt te zijn in 1861 de lijfeigenschap op te heffen.

 

Maar ook na de opheffing van de lijfeigenschap bleven de landheren de boeren onderdrukken. De landheren plunderden de boeren, zij ontnamen hun bij de "bevrijding" een aanmerkelijk gedeelte van de grond, die de boeren vroeger In gebruik hadden, en die de landheren nu afsneden. Dit gedeelte van de grond kreeg van de boeren de naam van "afgesneden stukken land". De boeren werden gedwongen om aan de landheren afkoopsommen voor hun "bevrijding" te betalen, en wel ongeveer 2 milliard roebel.

 

Na de opheffing van de lijfeigenschap waren de boeren genoopt, om op uiterst zware voorwaarden landheren-grond te pachten.

Behalve de betaling in geld voor de pacht, dwong de landheer de boeren niet zelden om een bepaalde hoeveelheid landheren-grond met boerengereedschappen en -paarden voor niets te bewerken.

Dit werd "afwerken" of "herendienst" genoemd.

 

Meestal was de boer gedwongen om aan den landheer, als pacht voor de grond, in natura de helft van zijn gehele oogst te betalen. Dit werd werk in "halfpacht" genoemd.

Derhalve bleef bijna dezelfde toestand bestaan, die onder de lijfeigenschap had geheerst, slechts met dit verschil, dat de boer thans persoonlijk vrij was, hij kon niet als een zaak verkocht of gekocht worden.

 

De landheren persten met allerlei uitbuitingsmethoden (pacht, boeten) tot de laatste droppel uit het achterlijke boerenbedrijf. De hoofdmassa van de boeren kon, ten gevolge van de onderdrukking door de landheren, haar bedrijf niet verbeteren.

Vandaar de zeer grote achterlijkheid van de landbouw in het Rusland van voor de revolutie, die herhaaldelijk tot misoogsten en hongersnood leidde.

 

De overblijfselen van het lijfeigenschap-bedrijf, de geweldige belastingen en afkoopsommen voor de landheren, die niet zelden de verdiensten van het boerenbedrijf overtroffen, veroorzaakten de ondergang, de verarming van de boerenmassa's, dwongen de boeren het dorp te verlaten en op verdienste uit te gaan. Zij trokken naar de fabrieken en bedrijven. De fabrikanten ontvingen goedkope arbeidskracht.

 

Boven de arbeiders en de boeren stond een geheel leger van politiekommissarissen, veldwachters, gendarmes, politiedienaren, boswachters, die den tsaar, de kapitalisten en de landheren tegen de werkers, tegen de uitgebuiten verdedigden.

 

Tot 1903 bestonden er lichamelijke straffen. Ondanks de opheffing van de lijfeigenschap werden de boeren voor de geringste vergrijpen, voor het niet-betalen van de belastingen, met roeden geranseld.

De arbeiders werden door de politie en de kozakken vooral tijdens de stakingen afgeranseld, wanneer de arbeiders de verdrukking door de fabrikanten niet langer verdroegen en het werk neerlegden.

 

De arbeiders en de boeren hadden geen politieke rechten in het tsaristische Rusland. De tsaristische alleenheerschappij was de ergste vijand van het volk.

 

Het tsaristische Rusland was een gevangenis der volken.

De talrijke niet-Russische nationaliteiten van het tsaristische Rusland waren totaal rechteloos, zij waren onafgebroken aan allerlei vernederingen en beledigingen blootgesteld. De tsaristische regering trachtte de Russische bevolking de gewoonte bij te brengen om de oorspronkelijke nationaliteiten van de nationale gebieden als een lager ras te beschouwen, zij noemde hen officieel "van vreemde afstamming" en kweekte verachting en haat jegens hen aan.

 

De tsaristische regering wakkerde bewust de nationale tweedracht aan, hitste het ene volk tegen het andere op, organiseerde Jodenpogroms en Tartaars-Armeense bloedbaden in de Transkaukasus.

 

In de nationale gebieden waren alle of bijna alle staatsbetrekkingen door Russische ambtenaren bezet. Alle aangelegenheden bij de staatsinstellingen en de rechtbanken werden in de Russische taal behandeld. Het was verboden om kranten en boeken in de nationale talen uit te geven; het was niet geoorloofd om in de scholen in de moedertaal te leren. De tsaristische regering streefde er naar om elk levensteken van de nationale kultuur te verstikken, zij voerde een politiek van gewelddadige "russificering" van de niet-Russische nationaliteiten. Het tsarisme trad op als beul en pijniger van de niet-Russische volken.

 

Na de opheffing van de lijfeigenschap had in Rusland de ontwikkeling van het industriële kapitalisme, ondanks de overblijfselen van de lijfeigenschap, die deze ontwikkeling nog altijd tegenhielden, op vrij snelle wijze plaats.

 

In 25 jaar, van 1865 tot 1890 steeg het aantal arbeiders, alleen reeds op de grote fabrieken en bedrijven en bij de spoorwegen, van 706.000 tot 1.433.000, het werd dus twee maal zo groot.

 

Nog sneller begon de kapitalistische grootindustrie zich in Rusland in de jaren 1890~ te ontwikkelen. Aan het einde van de jaren 1890~ was het aantal arbeiders op de grote fabrieken en bedrijven, in de mijnindustrie, bij de spoorwegen, alleen al in de 50 gouvernementen van Europees Rusland, tot 2.207.000 en in geheel Rusiand tot 2.792.000 gestegen. Dat was een modern industrieproletariaa dat radikaal verschilde van de arbeiders der fabrieken uit de periode van de lijfeigenschap en van de arbeiders van de kleine industrie, van de huisindustrie en van iedere andere nijverheid, zowel wat hun aaneengeslotenheid in grote capitalisctische ondernemingen, als wat hun strijdvaardige, revolutionaire eigeschappen betrof.

 

 De industriële opleving van de jaren '90 hing in de eerste plaats met de geforceerde spoorwegbouw samen. In een tiental jaren (1890-1900) werden er meer dan 21.000 werst (22 400 km.) nieuwe spoorwegen aangelegd. De spoorwegen eisten een geweldige hoeveelheid metaal voor rails, lokomotieven, wagons, zij eisten steeds meer brandstof, steenkool er petroleum. Dit leidde tot de ontwikkeling van de metaal en de brandstoffen-industrie.

 

Evenals in alle capicalistische landen, werden ook in het Rusland van vóór de revolutie de jaren van industriële opleving door jaren van industriële krisissen, van een stilstand in de industrie afgewisseld, die de arbeidersklasse zwaar troffen en honderdduizenden arbeiders tot werkloosheid en ellende veroordeelden.

 

Hoewel de ontwikkeling van het kapitalisme in Rusland na de opheffing van de lijfeigenschap vrij snel plaats had bleef Rusland toch met betrekking tot zijn ekonomische ontwikkeling zeer sterk bij de andere kapitalistische landen ten achter. De overgrote meerderheid van de bevolking hield zich nog met landbouw bezig.

 

In zijn bernemd boek "De ontwikkeling van het kapitalisme in Rusland" haalde Vladimir Lenin belangrijke cijfers aan uit de algemene volkstelling. die in het jaar 1897 plaats had.

 

Het bleek dat ongeveer vijf zesden van de gehele bevolking in de landbouw werkzaam was en dat er in de grote en de kleine industrie, in de handel, bij de spoorwegen en de scheepvaart, op de bouwwerken, bij de houtaankap, enz.

In het geheel siechts ongeveer één zesde deel van de bevolking werkte.

 

Dit toont aan dat Rusland, ondanks de ontwikkeling van het kapitalisme, die het doormaakte, een agrarisch land was, en in ekonomisch opzicht achterlijk land was, een kleinburgerlijk land, d.w.z. een land, waar het bedrijf van de kleine eigenaars, het weinig produktieve, individuele boerenbedrijf nog overheerste

 

De ontwilkkeling van het capitalisme had niet alleen in de stad, maar ook op het platteland plaats.

 

Het boerendom, de talrjkste klasse in het Rusland van vóór de revolutie, viel uiteen, splitste zich in verschillende lagen.

 

In het dorp zonderden zich uit de meest welvarende boeren еen bovenste laag van koelakken, de dorpabourgeoisie af en aan de andere kant gingen er vele boeren te gronde; het aantal arme boeren, de plattelandsproletariërs en half-proletariërs nam toe. Het aantal middelboeren werd evenwel ieder jaar geringer.

 

In 1903 waren er in Rusland ongeveer 10 millioen boerenhofsteden. In zijn brochure "Aan de Dorpsarmoede", rekende Vladimir Lenin uit, dat van dit aantal niet minder dan 3,5 millioen hofsteden van boeren zonder paard waren. Deze zeer arme hofsteden bewerkten gewoonlijk een onbeduidend stukje grond, de overige grond verpachtten zij aan koelakken, terwijl de boeren zelf op loonarbeid uitgingen.

De zeer arme boeren stonden wat hun positie aangaan het dichtst bij het proletariaat.

 

Lenin noemde hen dorpsproletariers of half-proletariërs.

 

Anderzijds namen anderhalf millioen rijke hofsteden der koelakken (uit een totaal van 10 millioen hofsteden) de helft van de gehele bewerkte boerengrond in beslag. Deze boerenbourgeoisie werd rijk, verdrukte de dorpsarmoede en de middelboeren, verrijkte zich aan de arbeid van landarbeiders en dagloners en werd tot landbouw-kapitalisten.

 

Reeds in de jaren 70~ en vooral in de jaren 80~ van de 18de eeuw begon de arbeidersklasse in Rusland te ontwaken en voerde zij strijd tegen de kapitalisten. De toestand van de arbeiders in het tsaristische Rusland was buitengewoon moeilijk.

 

In de jaren 1880~ duurde de arbeidsdag op de fabrieken en in de bedrijven niet minder dan 12 uur en in de textiel-industrie zelfs 14 tot 15 uur.

 

Op ruime schaal werd de uitbuiting van vrouwen- en kinderarbeid toegepast.

 

De kinderen werkten hetzelfde aantal uren als de volwassenen, maar ontvingen evenals de vrouwen een aanmerkelijk lager loon. Het arbeidsloon was uiterst laag.

 

Een groot gedeelte van de arbeiders ontving 7 tot 8 roebel in de maand.

De bestbetaalde arbeiders in de metaalbedrijven en in de ijzergieterijen ontvingen niet meer dan 35 roebel in de maand.

Er bestond generlei arbeidsbescherming, het geen bij massa's tot de verminking en de dood van de arbeiders voerde. Er bestond geen arbeidersverzekering, medische hulp werd alleentegen betaling verleend.

 

De wonlngtoestanden waren buiten gewoon slecht.

In de kleine "kamertjes" in de arbeiderskazernes leefden 10 tot 12 arbeiders.

De fabrikanten bedrogen de arbeiders dikwijls met het loon, dwongen de arbeiders in de winkels van de fabriek te kopen tegen een drie maal hoge prijs en plunderden de arbeiders door boetes uit.

 

De arbeiders begonnen onder elkaar te overleggen en stelden gemeenschappelijk aan den bezitter van de fabriek of het bedrijf eisen tot verbetering van hun ondragelijke toestand. Zij wierpen het werk neer en gingen in staking.

 

De eerste werkstakingen in de jaren 1870 en 1880 ontstonden gewoonlijk wegens de buitengewoon hoge boetes, de afzetterij, het bedrog bij de uitbetaling van de arbeiders, de vermindering van de grondtarieven.

 

Die arbeiders die dit niet langer konden dulden, vernielden tijdens de eerste stakingen soms de machines, sloegen de ruiten van de fabrieksgebouwen in, verwoestten de fabriekswinkels en de kantoren.

 

De vooraanstaande arbeiders begonnen te begrjpen, dat er voor een strijd tegen de kapitalisten met kans op succes organisatie nodig is. Er ontstonden arbeidersverenigingen.

 

In 1875 werd in Odessa de "Zuid-Russische arbeidersbond" geoganiseerd. Deze eerste arbeidersorganisatie bestond 8 tot 9 maanden en werd toen door de tsaristische regering vernietigd.

 

In Petersburg werd in 1878 de "Noordelijke Bond van Rissische arbeiders" georganiseerd, aan welks hoofd de meubelmaker Chaltoerin en de bankwerker Obnorski stonden.

In het program van deze bond werd gezegd, dat hij zich, wat zijn taak betrof, bij de sociaal-democratische arbeiderspartijen van het Westen aansloot.

Als einddoel van de bond werd het voltrekken van de socialistische revolutie gesteld - "het ten val brengen van de bestaande politieke en economische orde van de staat, die een uiterst onrechtvaardige orde is".

Een van de organisators van de bond, Obnorski, had enige tijd in het buitenland gewoond en was daar bekend geworden met de werkzaamheid van de Marxistische sociaal-democratische partijen en van de Eerste Internationale, die door Marx werd geleid. Dit drukte zijn stempel op het program van de "Noordelijke bond van Russische arbeiders". Als zijn naastbijliggende taak stelde deze bond de verovering van de politieke rijheid en van politieke rechten voor het volk (vrijheid van het woord, vrijheid drukpers, recht van vergaderen, enz.).

 

Tot de direkte iesen behoorde eveneens de beperking var de arbeidsdag.

 

Het ledental van de Bond bereikte de 200 en er waren even zoveel sympathiserenden. De Bond begon aan de arbeiders stakingen deel te nemen, ze te leiden. De tsaristische regering vernietigde ook deze arbeidersvereniging.

Maar de arbeidersbeweging bleef groeien en omvatte steeds weer nieuwe distrikten.

De jaren '80 geven een groot aantal stakingen te zien. In de vijf jaren van 1881 tot 1886 waren er meer dan 48 stakingen met 80.000 stakende arbeiders.

 

Van bijzonder groot belang in de geschiedenis van de revolutinnaire arbeidersbeweging was de grote staking, die in 1885 op de fabriek van Morozow in Urechowo-Zoejewo uitbrak.

 

Op deze fabriek werkten ongeveer 8.000 arbeiders. De arbeidsvoorwaarden werden dagelijks slechter: van 1882 tol 1884 werd het arbeidsloon 5 maal verminderd, terwijl in 1884 het grondloon met één slag met een vierde, d.w.z. met 25 % werd verlaagd. Maar bovendien tergde de fabrikant Morozow de arbeiders met boetes.

Zoals na de staking voor het gerecht bleek, werd er van elke verdiende roebel ten gunste van den fabrikant van de arbeiders 30 tot 50 kopeken in de vorm van boetes afgetrokken. De arbeiders verdroegen deze uitplundering niet langer en kondigden in Januari 1885 de staking af.

De staking was van te voren georganiseerd. Zij werd geleid door den vooraanstaanden arbeider Pjotr Moisejenko, die vroeger lid was geweest van de "Nourdelijke Bond van Russische arbeiders" en reeds revolutionaire ervaring bezat.

Aan de vooravond van de staking werkte Moisejenko met andere, tot de meest klassebewuste behorende wevers, een reeks eisen aan den fabrikant uit, die op een geheime vergadering van de arbeiders werden bekrachtigd. De arbeiders eisten in de eerste plaats de afschaffing van de onrechtvaardige boetes.

 

Deze staking werd met geweld van wapenen neergeslagen.

Er werden meer dan 600 arbeiders gearesteerd, enige tientallen hunner werden aan het gerecht overgeleverd.

 

Soortgelijke stakingen hadden er in 1885 op de fabrieken in Iwanowo-Woznesensk plaats.

Het volgende jaar was de tsaristische regering werden geschrokken door de groei van de arbeidersbeweging, genoodzaakt om een wet over de boetes uit te vaardigen.

 

In deze wet werd gezegd, dat de boetes niet in de zak van den fabrikant moch ten vloeien, maar dat zij aan de behoeften van de arbelders zelf moesten worden besteed.

 

De ervaring van de staking bij Morozow en die van andere stakingen, leerde de arbeiders, dat zij door georganiseerde strijd veel konden bereiken. De arbeidersbeweging begon uit haar midden bekwame leiders en organisators voort te brengen, die de belangen van de arbeidersklasse standvastig verdedigden.

 

In dezelfde tijd begonnen op de grondslag van de groei van de arbeidersbeweging en onder invloed van de West-Europese arbeidersbeweging de eerste Marxistische organisaties in Rusland te ontstaan.

 

 

 

2.

- Narodnikisme en Marxisme in Rusland.

- Plechanow en zijn groep "Bevrijding van de Arbeid"

- De strijd van Plechanow tegen het narodnikisme.

- De verbreiding van het Marxisme in Rusland.

 

Voor het opkomen van de Marxistische groepen werd er revolutionair werk in Rusland verricht door de narodniki*, die tegenstanders van het Marxisme waren.

(*Van het Russische woord narod = volk.)

 

De eerste Russische Marxistische groep ontstond in het jaar 1883. Dat was de groep "Bevrijding van de Arbeid", georganiseerd door G.W. Plechanow en wel in het bultenland, in Genève, waarheen hij voor de vervolgingen van de tsaristische regering wegens zijn revolutionaire werkzaamheid de wijk had moeten nemen.

 

Plechanow was voordien zelf narodnik geweest. Toen hij in de emigratie het Marxisme had leren kennen, brak hij met het narodnikisme en werd hij een uitstekende propagandist van het Marxisme.

 

De groep "Bevrijding van de Arbeid" deed veel werk tot verbreiding van het Marxisme in Rusland. Zij vertaalde de werken van Marx en Engels in het Russisch: het "Communistische Manifest", "Loonarbeid en Capitaal", "De Ontwikkeling van het Socialisme van Utopie tot Wetenschap" en andere werken, liet ze in het buitenland drukken en nam in het geheim hun verbreiding in Rusland ter hand.

 

G.W Plechanow, Zasoelitsj. Axelrod en andere leden van deze groep schreven ook zelf een aantal werken, waarin zij de leer van Marx en Engels, de gedachten van het wetenschappelijke socialisme uiteenzetten.

 

Marx en Engels, de grote leermeesters van het proletariaat hebben, in tegenstelling tot de utopische socialisten, voor het eerst uiteengezet, dat het socialisme geen bedenksel van dromers (utopisten) is, maar het noodzakelijke resultaat van de ontwikkeling van de moderne kapitalistische maatschappij.

 

Zij toonden aan, dat de kapitalistische orde zal vallen, evenals de feodale orde was gevallen, dat het kapitalisme zelf zin doodgraver in de gestalte van het proletariaat, voortbrengt.

Zij toonden aan, dat alleen de klassenstrijd van het proletariaat, alleen de overwinning van het proietariaat op de bourgeoisie de mensheid van het kapitalisme, van de uitbuiting zal bevrijden.

 

Marx en Engels leerden het proletariaat zich van zijn krachten bewust te worden, zijn klassebelangen te begrijpen en zijn te verenigen voor de vastberaden strijd tegen de bourgeoisie.

 

Marx en Engels ontdekten de wetten van de ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij en bewezen wetenschappelijk, dat de ontwikkeling van de kapitalistische maatschappij en de klassenstrijd in die maatschappij onvermijdelijk moeten leiden tot de val van het kapitalisme, tot de overwinning van het proletariaat, tot de diktatuur (tot de macht) van het proletariaat.

 

Marx en Engels leerden, dat het niet mogelijk is, zich van de macht van het kapitaal op vreedzame wijze te bevrijden, op vreedzame wijze de kapitalistische eigendom in maatschappelijke eigendom om te zetten, dat de arbeidersklasse dit alleen kan bereiken door het aanwenden van revolutionair geweld tegen de bourgeoisie, door middel van de proletarische revolutie. door het instellen van zijn eigen politieke heerschappij, de diktatuur van het proletariaat, die de tegenstand van de ultbulters moet onderdrukken en een nleuwe, de klassenloze, communistische maatschappij moet scheppen.

 

Marx en Engels leerden, dat het industriële proletariaat de meest revolutionaire en derhalve de meest vooraanstaande klasse van de capitaliatische maatschappij is, dat alleen een klasse als het proletariaat alle met het capitalisme ontevreden krachten om zich heen kan scharen en hen naar de stormaanval op het capitalisme voeren. Maar om de oude wereld te overwinnen en de nieuwe, klassenloze maatschappij te scheppen, moet het proletariaat zijn eigen arbeiderspartij bezitten, die Marx en Engels communistische partij noemden.

 

Met de verbreiding van de opvattingen van Marx en Engels hield zich nu de eerste Russische Marxistische groep, de groep van Plechanow: "De Bevrijding van de Arbeid", bezig.

 

De groep "Bevrijding van de Arbeid" hief het vaandel van het Marxisme in de Russische buitenlandse pers omhoog op een ogenblik, dat er in Rusland nog geen sociaal-democratische beweging bestond. Het was in de eerste plaats nodig om theoretisch, ideologisch voor deze beweging de weg te banen.

Het voornaamste ideologische beletsel op de weg van de ver breiding van het Marxisme en van de sociaal-democratische beweging waren in die tijd de narodnikistische opvattingen, die toen onder de vooraanstaande arbeiders en het revolutionair gestemde intellect de overhand hadden.

 

Met de ontwikkeling van het kapitalisme in Rusland was de arbeidersklasse een machtige voorhoede-kracht geworden, in staat tot georganiseerde revolutionaire strijd. Maar de narodniki begrepen de rol van de arbeidersklasse als voorhoede niet.

De Russische narodniki meenden ten onrechte, dat niet de arbeidersklasse, maar de boeren de voornaamste revolutionaire kracht waren, dat men de macht van den tsaar en van de landheren alleen door middel van boeren-"oproeren" kon omverwerpen.

De narodniki kenden de arbeidersklasse nlet en begrepen niet, dat de boeren alleen, zonder verbond met de arbeidersklasse en zonder haar leiding, het tsarisme en de landheren niet konden overwinnen.

De narodniki begrepen niet, dat de arbeidersklasse de meest revolutionaire en de meest vooraanstaande klasse van de maatschappij is.

De narodniki hadden eerst gepoogd de boeren tot de strijd tegen de tsaristische regering te verheffen. Met dit doel begaf zich de revolutionaire intellectuele jeugd, verkleed in een boerenpak, naar het platteland "naar het volk", zoals men toen zeide. Hieruit is dan ook de naam "narodniki" ontstaan.

Maar de boeren gingen niet met hen mede, daar zij ook de boeren niet voldoende kenden en begrepen. Het merendeel van de narodniki werd door de politie gearresteerd.

Toen besloten de narodniki de strijd tegen het tsaristische absolutisme alleen met hun eigen krachten, zonder het volk voort te zetten, hetgeen tot nog ernstiger fouten leidde.

 

De geheime vereniging van de narodniki, de "Volkswil" (in het Russisch: "Narodnaja Volja"), begon een moordaanslag op den tsaar voor te bereiden.

Op 1 Maart 1881 gelukte het aan de "Volkswil"-mannen door het werpen van een bom tsaar Alexander II te doden. Dit was echter voor het volk van niet het minste nut. Door het vermoorden van afzonderlijke personen kon men het tsaristische absolutisme niet omverwerpen, de klasse van de landheren niet vernietigen.

In plaats van den gedoden tsaar kwam er een andere Alexander III, -onder wien het leven voor de arbeiders en de boeren nog slechter werd.

 

De door de narodniki gekozen weg van de strijd tegen het tsarisme door het vermoorden van afzonderlijke personen, door de individuele terreur, was verkeerd en schadelijk voor de revolutie.

 

De politiek van de individuele terreur ging uit van de onjuiste theorie van de narodniki van de actieve "helden" en de passieve "menigte", die op de grote daden van de "helden" wacht. Deze onware theorie zeide, dat alleen afzonderlijke, uitblinkende enkelingen de geschiedenis maken, maar dat de massa, het volk, de klasse, de "menigte", zoals de narodnikistische schrijvers zich minachtend uitdrukten, niet in staat is tot bewuste, georganiseerde actie, dat zij alleen maar blindelings met de "helden" mee kan gaan. Derhalve gaven de narodniki het massale revolutionaire werk onder de boeren en de arbeidersklasse op en gingen zij tot de individuele terreur over. De narodniki dwongen een van de grootste revolutionairen uit die tijd, Stepan Chaltoerin, het werk tot organisatie van een revolutionaire arbeidersbond te staken en zich ge- heel en al met de terreur bezig te houden.

 

De narodniki leidden de aandacht van het werkende volk van de strijd tegen de klasse van de uitbuiters af door voor de revolutie nutteloze moorden op afzonderlijke vertegenwoordigers van deze klasse. Zij remden de ontwikkeling van het revolutionaire initiatief en van de activiteit van de arbeidersklasse en van de boeren.

 

De narodniki belemmerden de arbeidersklasse bij het begrip van haar leidende rol in de revolutie en hielden de schepping van een zelfstandige partij van de arbeidersklasse tegen.

 

Hoewel de geheime organisatie van de narodniki door de tsaristische regering werd verpletterd, handhaafden zich de opvattingen van de narodniki nog lange tijd onder het revolutionair gestemde intellect.

De overblijfselen van de narodniki verzetten zich hardnekkig tegen de uitbreiding van het Marxisme in Rusland, zij stonden het organiseren van de arbeidersklasse in de weg.

Daarom kon het Marxisme in Rusland alleen groeien en sterk worden in de strijd tegen het narodnikisme.

 

De groep 'Bevriding van de Arbeid" ontplooide de strijd tegen de onjuiste opvattingen van de narodniki, zij toonde aan welk een schade de leer van de narodniki en hun strijdmethoden aan de arbeidersbeweging toebrachten.

 

In zijn werken, gericht tegen de narodniki, toonde Plechanow aan, dat de opvattingen van de narodniki niets gemen hebben met het wetenschappelijke socialisme, al noemden de narodniki zich zelf ook socialisten.

 

Plechanow leverde het eerst een Marxistische kritiek op de verkeerde opvattingen van de narodniki. Hij bracht rake slagen toe aan de narodnikistische opvattingen en ontwikkelde tegelijkertijd op schitterende wijze de verdediging van de Marxistische opvattingen.

 

Waarin bestonden de fundamentele foutieve opvattingen van de narodniki, waaraan Plechanow een verpletterende slag toebracht?

 

Ten eerste beweerden de narodniki, dat het kapitalisme in Rusland een "toevallig' verschijnsel was, dat het in Rusland niet tot ontwikkeling zou komen en dat dus ook het proletariaat niet zou toenemen en tot ontwikkeling komen.

 

Ten tweede hielden de narodniki de arbeidersklasse niet voor de vooraanstaande klasse in de revolutie. Zij droomden er van, zonder het proletariaat het socialisme te bereiken.

De narodniki achtten het door de intellectuelen geleide boerendom de voornaamste revolutionaire kracht, benevens de boeren-dorpsgemeenschap, die zij als de kiem en de grondslag van het socialisme beschouwden.

 

Ten derde hadden de narodnikl een verkeerde en schadeljke opvatting van de gehele loop van de geschiedenis van de mensheid.

Zij kenden en begrepen de economische en politieke ontwikkeling van de maatschappij niet.

Zij waren in dit opzicht volkomen achter gebleven.

 

Volgens hun mening maken niet de klassen en niet de klassenstrijd de geschiedenis, maar doen dit alleen afzonderlijke, uitblinkende persoonlijkheden - "helden"? - die de massa's, de "menigte", het volk, de klassen blindelings volgden.

 

In zijn strijd om de narodniki te ontmaskeren, schreef Plechanov een reeks van Marxistische werken, aan de hand waarvan de Marxisten in Rusland leerden en zich schoolden. Zulke werken van Plechanov als "Het socialisme en de poltieke strijd", "Onze meningsverschillen", "Bijdrage tot het vraagstuk van de ontwikkeling van de monistische opvatting van de geschiedenis", zuiverden het terrein voor de overwinning van het Marxisme in Rusland.

 

In zijn werken gaf Plechanov een uiteenzetting van de fundamentele vraagstukken van het Marxisme. Van bijzonder belang was zijn boek "Bijdrage tot het vraagstuk van de ontwikkeling van de monistische opvatting van de geschiedenis", dat in 1895 verscheen.

 

Lenin wees er op, dat aan de hand van dit boek "een geheel geslacht van Russische Marxisten was opgevoed" (Lenin. Komplete Werken. Deel XIV blz. 347. Partijuitgeverij, Moskou (Russisch).

 

In zijn werken gericht tegen de narodniki, bewees Plechanov, dat het een domheid was het vraagstuk te stellen zoals de narodniki dit deden: moet het kapitalisme zich in Rusland ontwikkelen of niet? Het gaat er n.l. om, zeide Plechanov en hij bewees dit met feiten dat Rusland de weg van de kapitalistische ontwikkeling reeds is ingeslagen en dat er geen macht bestaat, die het een andere weg zou kunnen doen inslaan.

Het was niet de taak van de revolutionairen om de ontwikkeling van het capitalisme in Rusland tegen te houden, dat hadden zij toch niet kunnen doen. De taak van de revolutionairen lag hierin, om op die machtige revolutionaire kracht te steunen, welke door de ontwikkeling van het kapitalisme ontstaat op de arbeidersklasse, haar klassebewustzijn te ontwikkelen, haar te organlseren, haar te helpen om haar arbeiderspartij te scheppen.

 

Plechanov vernietigde ook de tweede fundamentele foutieve opvatting van de narodniki - hun ontkenning van de voorhoede-rol van het proletariaat in de revolutionaire strijd.

 

De narodniki beschouwden het ontstaan van het proletariaat in Rusland als een soort van "historisch ongeluk", zij schreven over de ,,etterbuil van het proletariërsdom". Bij zijn verdeding van de leer van het Marxisme en van haar volledige toepasselijkheid op Rusland bewees Plechanov, dat ondanks het feit, dat de boeren in aantal overwogen en dat de getal sterkte van het proletariaat betrekkelijk gering was, de revolutionairen juist op het proletariaat, op zijn groei, hun voornaamste hoop moesten vestigen.

 

Waarom juist op het proletariaat?

 

Omdat het proletariaat, ondanks zijn huidige geringe getalsterkte zulk een werkende klasse is, die met de meest ontwikkelde bedrijfsvorm, het grote bedrijf is verbonden en met het oog hierop een grote toekomst heeft.

 

Omdat het proletariaat, als klasse, van jaar tot jaar toeneemt. zich politiek ontwikkelt, gemakkelijk tot organisatie komt krachtens de arbeidsvoorwaarden in de grote productie en het meest revolutionair is, krachtens zijn proletarische positie, want in de revolutie heeft het niets te verliezen dan zijn ketenen.

 

Anders staat de zaak met de boeren. De boeren (het betrof hier de individuele boeren - Red.) vormen, ondanks hun groot aantal, zulk een werkende klasse, die verbonden is met de meest achterlijke bedrijfsvorm, het kleine bedrijf, met het oog waarop zij geen grote toekomst hebben of kunnen hebben. Het boerendom groeit niet alleen niet als klasse, maar omgekeerd het valt van jaar tot jaar uiteen in bourgeoisie (de koelakken) en dorpsarmoede (proletariërs, half-proletariërs).

Bovendien komt het moeilijker tot organisatie, krachtens zijn verspreidheid en treedt het, krachtens zijn positie als kleine eigenaar, minder bereidwillig in de revolutionaire beweging, dan het proletariaat. De narodniki beweerden, dat het socialisme in Rusland niet via de dictatuur (de macht) van het proletariaat zou komen, maar via de boeren-dorpsgemeenschap, die zij als de kiem en de grondslag van het socialisme beschouwden.

 

Maar de dorpsgemeenschap was noch de grondslag noch de kiem van het socialisme en kon het niet zijn, daar in de dorpsgemeenschap de koelakken, de "uitzuigers" overheersten, die de arme boeren, de landarbeiders, de minvermogende middelboeren uitbuitten. Het formeel bestaande dorpsgemeenschaps-grondbezit en de ver- delingen van de grond volgens het aantal personen, die van tijd tot tijd plaats hadden, veranderden de zaak niet in het minst. De grond werd door die leden van de dorpsgemeenschap gebruikt, die werkvee, inventaris en zaad bezaten, d.w.z. door de welgestelde middelboeren en de koelakken.

De boeren zonder paard, de arme boeren en de minvermogenden in het algemeen waren genoodzaakt, hun grond aan de koelakken te verpachten en zich in loondienst te begeven als landarbeiders. De boeren-dorpsgemeenschap was metterdaad een geschikte vorm om de heerschappij van de koelakken te bemantelen en een goedkoop middel in handen van het tsarisme om bij de boeren volgens het beginsel van de collectieve verantwoordelijkheid belastingen te innen. Juist daarom liet het tsarisme de boerendorpsgemeenschap met rust. Het ware belachelijk te menen, dat zulk een dorpsgemeenschap de kiem of de grondslag van het socialisme zou kunnen zijn Plechanov vernietigde eveneens de derde fundamentele foutieve opvatting van de narodniki over de doorslaggevende rol in de maatschappelijke ontwikkeling van de "helden", van le uitblinkende persoonlijkheden en hun ideëen en over de nietige rol van de massa's, van de "menigte", het volk, de klassen.

Plechanow beschuldigde de narodniki van idealisme en bewees, dat de waarheid niet aan de kant van het idealisme, maar aan de kant van het materialisme van Marx en Engels is.

 

(Over de betekenis van de woorden "idealisme" en "materialisme" in dit verband, zie hoofdstuk 4.)

 

Plechanov ontwikkelde en motiveerde het standpunt van het Marxistische materialisme. In overeenstemming met het Marxistische materialisme bewees hij, dat de ontwikkeling van de maatschappij in laatste instantie bepaald wordt, niet door de wensen en de ideeën van de uitblinkende persoonlijkheden, maar door de ontwikkeling van de materiële bestaansvoorwaarden van de maatschappij, door de veranderingen van de produktie-wijze der materiële goederen, die voor het bestaan van de maatschappij noodzakelijk zijn, door de veranderingen van de verhoudingen tussen de klassen op het gebied van de materiële goederen, door de strijd van de klassen om de rol en de plaats op het gebied van de productie en de verdeling van de materiële goederen.

 

Niet de ideeën de maatschappelijk-economische positie van de mensen, maar de maatschappelijk-economische positie bepaalt hun ideëen.

 

Uitblinkende persoonlijkheden kunnen komen onbeduidend worden, indien hun ideeën en wensen tegen de economische ontwikkeling van de maatschappij, tegen de behoeften van de vooraanstaande klasse ingaan en omgekeerd, uitblinkende mensen kunnen werkelijk uitblinkende persoonlijkheden worden, wanneer hun ideeën en wensen op de juiste wijze uitdrukking geven aan de behoeften van de economische ontwikkeling van de maatschappij, aan de behoeften van de vooraanstaande klasse.

 

Op de bewering van de narodniki, dat de massa een menigte is, dat alleen de helden geschiedenis maken en de menigte tot volk doen worden, antwoordden de Marxisten: niet de helden maken de geschiedenis, maar de geschiedenis maakt de helden, bijgevolg vormen niet de helden het volk, maar brengt het volk de helden voort en stuwt het de geschiedenis voorwaarts.

De helden, de uitblinkende persoonlijkheden kunnen alleen een belangrijke rol in het leven van de maatschappij spelen, in zoverre zij het verstaan op de juiste wijze de otwikkelingsvoorwaarden van de maatschappij te begrijpen, te begrijpen hoe men die voorwaarden ten goede kan veranderen.

 

Helden, uitblinkende persoonlijkheden, kunnen in een belachelijke positie geraken en tot nietsnutten en ongeluksvogels worden, indien zij het niet verstaan op de juiste wijze de ontwikkelingsvoorwaarden van de maatschappij te begrijpen en met alle geweld tegen de historische behoeften van de maatschappij beginnen in te gaan en zich verbeelden "makers van de geschiedenis te zijn.

Tot de categorie van zulke helden-ongeluksvogels behoorden ook juist de narodniki.

Het literaire werk van Plechanov, zijn strijd tegen de naroiniki ondermijnden grondig de invloed van de narodniki onder het revolutionaire intellect. Maar de ideologische verplettering van het narodnikisme was nog verre van voltooid.

 

Deze taak - het narodnikisme als vijand van het Marxisme definitief te verslaan - viel aan Lenin ten deel.

 

De meerderheid van de narodniki zag spoedig na de verplettering van de partij van de "Volkswil" van de revolutionaire strijd tegen de tsaristische regering af en begon de verzoening en het kompromis met de tsaristische regering te prediken. De narodniki werden in de jaren 1880 en 1890 tot vertegenwoordigers van de belangen der koelakken.

 

De groep "Bevrijding van de Arbeid" stelde twee ontwerpen voor het program van de Russische sociaal-democraten samen (het eerste in 1884 en het tweede in 1887). Dit was een zeer belangrijke stap voor de voorbereiding van de vorming van een Marxistische sociaal-democratische partij in Rusland.

Maar de groep "Bevrijding van de Arbeid" had ook ernstige fouten.

In haar eerste eerste ontwerp-program waren nog overblijfselen van narodniki-opvattingen, werd de taktiek van de individuele terreur toelaatbaar geacht. Verder hield Plechanov er geen rekening mede, dat het proletariaat in de loop van de revolutie aan de boeren leiding kon en moest geven, dat het proletariaat alleen in bondgenootschap met de boeren de overwinning op het tsarisme kon behalen. Verder beschouwde Plechanov de liberale bourgeoisie als een kracht, die aan de revolutie hulp kon verlenen, zij het dan ook een niet duurzame hulp, maar de boeren verwaarloosde hij in enige van zijn werken volkomen; hij verklaarde b.v.:

 

"Behalve de bourgeoisie en het proletariaat zien wij geen andere maatschappelijke krachten, waarop bij ons een oppositionele of revolutionaire combinatie zou kunnen steunen". (Plechanov, Verz. Werken, Deel III, blz. 119, Russ.).

 

Deze foutieve opvattingen van Plechanov waren de kiem van zijn toekomstige mensjewistische opvattingen. Zowel de groep "Bevrijding van de Arbeid" als de Marxistische studiekringen van die tijd waren nog niet praktisch met de arbeidersbeweging verbonden.

Dit was in Rusland nog de periode van het ontstaan en het verankeren van de theorie van het Marxisme, de ideeën van het Marxisme, de program-stellingen van de sociaal-democratie.

 

Gedurende het tiental jaren van 1884 tot 1894 bestond de sociaal-democratie nog in de vorm van afzonderlijke kleine groepen en studiekringen, die niet of in zeer geringe mate met de massale arbeidersbeweging waren verbonden. Evenals een nog niet geboren, maar zich reeds in het lichaam van de moeder ontwikkelend kind, doorleefde de sociaal-democratie, zoals Vladimir Lenin schreef:

 

..het proces van de ontwikkeling in de moeder- schoot".

 

"De groep "Bevrijding van de Arbeid" heeft slechts theoretisch de sociaal-democratie gegrondvest en de eerste stap gedaan om de arbeidersbeweging te ontmoeten" - zeide Lenin.

 

De taak om in Rusland het Marxisme met de arbeidersbeweging te verenigen en de taak om de fouten van de groep "Bevrijding van de Arbeid" te verbeteren, kreeg Lenin te vervullen.

 

3.

- Het begin van de revolutionaire werkzaamheid van Vladimir Lenin.

- De Petersburgse "Strijdbond van de Bevrijding van de Arbeidersklasse".

Vladimir Iljitsj Lenin, de stichter van het bolsjewisme, werd in Simbirsk (thans Oeljanowsk) in 1870 geboren.

In 1887 kwam Vladimir Lenin op de Universiteit in Kazan, maar spoedig werd hij wegens zijn deelneming aan de revolutionaire beweging der studenten gearresteerd en uit de Universiteit uitgesloten.

In Kazan werd Lenin lid van een Marxistische studiekring, georganiseerd door Fedosejew.

Na Lenin's vertrek naar Samara vormde zich spoedig rondom hem de eerste studiekring van Marxisten te Samara. Reeds toen deed Lenin allen verbaasd staan door zijn kennis van het Marxisme.

 

Aan liet einde van 1893 verhuisde Lenin naar Petersburg. Reeds het eerste optreden van Lenin maakte een sterke indruk op de leden van de Petersburgse Marxistische studiekringen. Zijn buitengewoon diepgaande kennis van Marx, zijn vermogen om het Marxisme toe te passen op de economische en politieke situatie van het Rusland van die tijd, het vurige onwankelbare geloof aan de overwinning van de arbeiderszaak, zijn uitstekend organisatorisch talent - dit alles maakte Lenin tot de erkende leider van de Petersburgse Marxisten.

To be continued...