Bevindingen van de Sovjet-Unie

BEVINDINGEN VAN DE SOVJET-UNIE

Een nieuwe historische gemeenschap van de mensen.

Inhoud:


WIJ WILLEN EEN VRIJWILLIGE UNIE VAN DE NATIES


"Verdeel en heers" in de autocratische interpretatie.


De Russen zijn net zo goed opgesloten in het "vang der volkeren".


De bourgeoisie: vrijheid voor de "eigen" natie.


Vladimir Lenin: vrijheid voor allen!


Het einde van de 300-jarige dynastie der Romanovs.


Oktober 1917: woord en daad worden één.


Zo men zaait, zo men oogst: de vruchten van de nationaliteitenpolitiek der communisten.


De contrarevolutie werd verenigd door haatgevoelens, de Sovjet-republieken - door een streven naar opbouw.



SAMEN EN OP VOET VAN GELIJKHEID


"Een nieuwjaarsgeschenk aan het wereldproletariaat".


De dag waarop de USSR geboren werd.


Hoe dient de unie eruit te zien? - twee benaderingen van één probleem.


Lenins plan ter liquidatie van de feitelijke ongelijkheid der volkeren.


De creatie van een nationale staatsvorm.


Sovjet-Robinsons in de woestijnen van Toerkestan.


Hoe het record van de Amerikaanse waterkrachtcentrale-bouwers verbeterd werd.


Bestedingen die zichzelf rechtvaardigden.


Collectieve arbeid tegenover particuliere bezitters-psychologie.


Het korte leven van het woord "likbez".


Wie niet rijk is, moet slim wezen.


Wat zijn arbeidersfacultei ten?


Ieder volk zijn eigen schrift.


Geestelijke wedergeboorte.


De Grondwet van 1936: het socialisme in volle opbouw.


Berekeningen en misrekeningen van Hitler Duitsland.



HET GEVOEL EEN GROOT GEZIN TE ZIJN


Het hedendaagse bestaan van de Sovjet-republieken: economie en cultuur ontwikkelen zonder het oorspronkelijke eigen gezicht te verliezen.


Een integraal volkshuishoudelijk complex.


Specialisatie die allen tot voordeel strekt.


Sovjet-planning: directieven van boven af of initiatieven van onderen af?


Problemen zijn er, maar dat zijn groeiproblemen.


De cultuur van de volkeren der USSR: nationaal qua vorm, algemeen menselijk qua inhoud.


De Constitutie van het socialisme.


Waarom worden de twee kamers van de Opperste Sovjet der USSR volgens verschillende principes gekozen?


Een nieuwe historische gemeenschap van mensen.


Inachtneming van de be langen van alle naties - de grondslag van de nationaliteitenpolitiek van de KPSU.

Het boek dat U nu leest, is gewijd aan een probleem dat zo oud is als de wereld zelve.


Reeds in de dageraad van de menselijke beschaving vormden rassen- en stammentegenstellingen in de betrekkingen tussen volkeren meer dan eens de bron van dramatische conflicten. Vele eeuwen zijn verstreken, de mensheid heeft haar blikveld verruimd en veel geleerd, maar ook vandaag de dag, in de eeuw van de technisch-wetenschappelijke revolutie, is nationale gelijkgerechtigdheid voorlopig voor tal van volkeren nog steeds een luchtkasteel.


Het klassieke, het meest in het oog springende voorbeeld van een samenleving waar tegenstellingen tussen de diverse nationaliteiten en racisme heersen en waar de rechten van miljoenen mensen geschonden worden enkel en alleen omdat zij tot een bepaalde nationaliteit behoren, wordt geboden door de Verenigde Staten, het rijkste land van de imperialistische wereld.


Voor de ogen van de internationale gemeenschap speelt zich de tragedie van de Palestijnen af, van een heel volk dat beroofd is van zijn recht op een vaderland. En Zuid-Afrika? En Noord-Ierland? Voorbeelden van dit slag zijn helaas verre van uitzonderlijk.

De strijd van de volkeren voor hun nationale bevrijding vormde gedurende een lange periode een organisch bestanddeel van de geschiedenis van de mensheid. Tot 1917 kende men in die strijd zowel successen als mislukkingen. Geen enkel koloniaal land kon zich echter definitief bevrijden van de onderdrukking door imperialistische overheersers; geen enkele geknechte natie binnen een multinationale staat wist waarachtige rechtsgelijkheid te verwerven


Eeuwenlang werd de wereld geregeerd door een schijnbaar onwankelbare wet: het geluk en het welzijn van een kleine minderheid werd gebouwd op de armoede, de ellende en het lijden van duizen den en miljoenen.


De ene natie onderdrukte de an dere, de sterke - de zwakke, de rijke de arme.


De Oktober-revolutie van 1917 in Rusland legde de basis voor een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis, en in het bijzonder ook waar het ging om de oplossing van het nationaliteitenvraagstuk.

Door de heerschappij van de uibuitersklasse te gronde te richten, vernietigde zij de sociale basis voor nationale onderdrukking.


De revolutie vond in oktober 1917 plaats in een staat die meer nationaliteiten in zich verenigde dan vrijwel alle andere staten ter wereld.


Tsaristisch Rusland werd bevolkt door naties die het tijdperk van de kapitalistische ontwikkeling oorgemaakt hadden, naast een niet gering aantal etnische groperingen die het kader van een prehistorische samenlevingsvorm nog niet de boven gekomen waren. Ondanks een zo gecompliceerde multinationale structuur van de bevolking slaagde men erin de juiste oplossing te vinden voor de nationaliteitenkwestie, een optimale staatsvorm voor de multinationale staat (de Unie van Sovjet-republieken werd gevormd in het jaar 1922), en lukte het om vriendschappelijke betrekkingen tot stand te brengen tussen volkeren die in het verleden gescheiden waren door diepgaande economische en culturele verschillen en religieuze verdeeldheid.


De Sovjet-Unie werd een soort gigantisch laboratorium, waar de principes van de nationaliteiten-politiek zoals die uitgewerkt waren van de CPSU, Vladimir Lenin, aan allerlei beproevingen onderworpen werden.

Hier werden vele problemen voor het eerst in de praktijk opgelost: kunnen achtergebleven volkeren met hulp van de werkende massa's van de verder ontwikkelde naties tot het socialisme komen zonder eerst het kapitalistische stadium van de maatschappelijke ontwikkeling te doorlopen?

Kunnen naties die vroeger onderdrukt werden, in een korte historische tijdsspanne een eigen nationale staatsvorm tot stand brengen en hun eigen cultuur, taal enz. voortwaarts stuwen?

Is een internationale broederschap van de volkeren mogelijk of zijn ze tot in alle eeuwigheid gedoemd tot nationale twisten?

Zonder zich tot taak te stellen een nauwgezette historische studie te schrijven, hebben de auteurs van dit boek gepoogd in populaire vorm antwoord te geven op genoemde en een aantal andere vragern in verband met het vraagstuk van de verhoudingen tussen de diverse naties binnen de Sovjet-Unie.


WIJ WILLEN EEN VRIJWILLIGE UNIE VAN DE NATIES


"Nergens ter wereld wordt de meerderheid van de bevolking van een land zozeer onderdrukt als in Rusland...

Van de 170 miljoen inwoners... zijn ongeveer 100 miljoen onderdrukt en rechteloos".


Vladimir Lenin


Een oningewijde die een blik op de kaart van het vóórrevolutionaire Rusland zou werpen, zou wel nauwelijks kunnen vermoeden dat in dit land 146 verschillende naties, volkeren en nationale groeperingen woonachtig waren.


De namen van de generaal-gouvernementen* bevatten niet de geringste toespeling op de multinationale samenstelling van de bevolking van het imperium: in plaats van de huidige Oekraïne trof men het generaal-gouvernement Kiëv aan, in plaats Kazachstan het Steppe-general-gouvernement enz.

____

* De grootste administratieve territoriale eenheid in het Russische imperium van 1775 tot 1917.


En dat terwijl volgens de gegevens van de volkstelling van 1897 (de enige die vóór de Oktober-revolutie gehouden is) de niet - Russische volkeren 57 % van alle onderdanen van de laatste Russische monarch Nikolaj II Romanov vormden.


De vóórrevolutionaire kaart weerspiegelde alleen het ontbreken van rechtsgelijkheid en de onderdrukking waarin het merendeel van de volkeren van het land verkeerden. Zij stonden bloot aan gewelddadige russificatie, werden door de ambtenaren van de tsaar behandeld als tweederangs mensen en werden niet alleen door hun "eigen" bourgeoisie, door de feodale heerserskliek en door de stamhoofden uilgebuit, maar ook door de Groot-russische kolonisatoren.


Het autocratische bewind hield de ontwikkeling van de randgewesten kunstmatig tegen en beschouwde ze pur als "grondstoffen-aanhangsels" van de centrale gouvernementen. Zo brachten de TransKaukasus en Centraal-Azië bijna alle ruwe katoen in het land voort, terwijl niettemin 93% van de katoenindustrie in het centrum van Rusland gevestigd was.


Op het reusachtige grondgebied van Kazachstan en Centraal-Azie, dat zo'n 4 miljoen km² omvatte (40% van de oppervlakte van Europa), bestond geen enkele grote industriële onderneming.


Bijzonder opvallend waren de volkeren van de randgewesten misdeeld in cultureel opzicht. Onderwijs in de moedertaal was vrijwel overal verboden; vertegenwoordigers van niet-Russische nationalitei ten werden slechts in zeer beperkte mate toegelaten tot instellingen van middelbaar en hoger onderwijs.

Bijna 50 volkeren van het Russische imperium hadden niet eens een schriftelijke traditie.

Maar ook bij de volkeren die wel een eigen schrift kenden, was de meerderheid van de mensen nog steeds analfabeet.


In de Oekraine bijvoorbeeld bedroeg het aantal geletterden niet meer dan 28 %, en dat was nog een van de hoogste percentage onder de nationale gebieden.


Bij de Armeniërs, die reeds aan het begin van de 5e eeuw hun alfabet geschapen hadden en waar de geschiedenis van het nationale toneel tweeduizend jaar bestreek, konden 9 van de 10 mensen lezen noch schrijven.


Bij de armzalige bedragen die de regering uittrok voor de vorming van de bevolking (5% van de staatsbegroting), kon men moeilijk rekenen op een radicale verandering van de bestaande toestand.

De ambtenaren van de tsaar rekenden er trouwens ook niet mee dat dit binnen afzienbare tijd zou gebeuren. Aan het analfabetisme onder de Baschkieren, laten we zeggen, verwachtten zij tegen het jaar 2016 een einde te maken. En wat de volkeren van Centraal-Azië betreft, werd de oplossing van dit probleem door hen verschoven naar de grens van de 22e en de 23e eeuw.

Nog aan het begin van de 20e eeuw was een houten ploeg het voornaamste werktuig op 's lands akkers.

  In de nationale gebieden ging het tsarisme te werk volgens het principe dat reeds bekend is uit de tijden van het antieke Rome: "verdeel en heers".

De twisten tussen de diverse nationaliteiten die voortdurend aangewakkerd werden, leidden meer dan eens tot bloedige botsingen in Centraal-Azië, de Kaukasus en de Oekraine.

Het doel was onveranderlijk hetzelfde: de werkende massa's af te leiden van de klassenstrijd, te verhinderen dat de arbeiders van de verschillende nationaliteiten hun krachten zouden bundelen tegen de uitbuiters.

In zulke krotten huisde het arbeidersvolk en de armste bouren vóór de revolutie in Rusland

  Tsaristisch Rusland was, zoals Vladimir Lenin et uitdrukte, een "gevang der volkeren", waarin de werkende massa's van de niet-Russische volkeren smachtten onder een dubbele verdrukking, een sociale en een nationale. Maar bij alle wreedheid en barbaarsheid van de nationale onderdrukking van het autocratische bewind was zijn politiek in de randgewesten in wezen identiek aan de sociale verhoudingen in het centrum van het imperium.

In het "gevang der volkeren" zat ook het Russische volk zelf opgesloten. De bestaande situatie in de binnenlandse politiek maakte het nationaliteitenvraagstuk tot een van de allerbelangrijkste problemen in het maatschappelijke leven van het vóórrevolutionaire Rusland.

 

 

"Een volk dat andere volkeren onderdrukt, kan niet vrij zijn".

 

F. ENGELS

 

  De wegen en de middelen bij de oplossing van het nationaliteitenvraagstuk hangen altijd ervan af welke krachten in de maatschappij de oplossing ervan op zich nemen en over welke politieke rechten zij daarbij beschikken. Het tsarisme en de Grootrussische heersende klassen hadden er vitaal belang bij de nationale onderdrukking van de niet Russische volkeren in het land te handhaven. De plaatselijke nationale bourgeoisie van haar kant trachtte het op een akkoordje te gooien met de autocratie: wie anders zou haar kunnen helpen haar economische privileges te vrijwaren tegenover het proletariaat?

 

  In de periode van de eerste Russische revolutie gedurende de jaren 1905-1907, toen alle onderdrukte volkeren opstonden voor de strijd met het tsarisme, manifesteerden zich in Rusland verscheidene politieke partijen met hun programma's ter oplossing van het nationaliteitenvraagstuk.

Juist toen traden twee tendenties in de nationale bevrijdings beweging duidelijk voor het voetlicht: de burgerlijke en de revolutionair-democratische.

 

  Bij een uiterlijke verscheidenheid aan formuleringen en leuzen gingen de programma's van de Russische nationale politieke partijen niet verder dan het eisen van rechten en vrijheden voor de "eigen" natie, terwijl de positie van de overige volkeren in het land buiten beschouwing gelaten werd.

 

  Een consequent revolutionair-democratisch standpunt inzake het nationaliteitenvraagstuk nam de Al-Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (der bolsjewieken)* met Lenin aan het hoofd in.

 

* De benaming "bolschewieken" ontstond tijdens het twee de partijcongres in 1903, nadat bij verkiezingen voor de centrale partijorganen Lenin en zijn medestanders de meerderheid ("bolsche" - "meer") verkregen hadden. Hun opponenten, die de belangen van de kleinburgerlijke intelligentsia in de Russische sociaal-democratie vertegenwoordigden, in de minderheid ("mensche" - "minder") en werden sindsdien "menschewieken" genoemd.

 

  Reeds in het eerste ontwerp van een programma voor een toekomstige marxistische partij in Rusland besteedde Lenin speciale aandacht aan haar eisen inzake de oplossing van het nationaliteitenvraagstuk.

 

  In december 1895, toen hij gearresteerd was wegens zijn deelname aan de oprichting van de "Bond voor de strijd ter bevrijding van de arbeidersklasse", noteerde Lenin in eenzame opsluiting tijdens zijn voorarrest in het Petersburgse huis van bewaring met melk tussen de regels van een legaal boek, wat naar zijn mening de belangrijkste uitgangspunten waren waarmee de Russische sociaal-democratie de strijd ter omverwerping van de autocratie diende aan te treden. Een bijzondere plaats onder deze uitgangspunten nam de eis van "gelijkgerechtigdheid van alle nationaliteiten" in.

 

  Toen Lenin de partij stichtte, stelde hij zich haar voor als eenheidspartij voor de arbeiders van alle volkeren van Rusland. Dit idee benadrukte hij in de benaming zelf van de proletarische politieke organisatie: niet gewoon Russische, doch Al-Russische sociaal-democratische *, d.w.z. partij van proletariërs van het hele land onafhankelijk van hun nationaliteit.

 

* De naam Al-Russische sociaal-democratische Arbeiderspartij (RSDRP) werd aangenomen tijdens het eerste congres in 1898.

In 1918 werd zij omgedoopt in Al-Russische Communistische Partij (der bolschewieken) RKP (b).

Vanaf 1925 Communistische Partij der gehele Unie (bolsjewieken) VKP (b).

Sinds 1952 Communistische Partij der Sovjet- Unie KPSS (Ned. CPSU)

 

  Dat werd de partij van Lenin dan ook: behalve Russen vond men in haar gelederen vertegenwoordigers van ruim 30 nationaliteiten, die 36% van de samenstelling van de RSDRP (b) vormden.

 

  In hun minimum-programma, dat tijdens het tweede congres in 1903 aanvaard werd, hadden de bolschewieken de volgende eisen opgenomen:

- volledige rechtsgelijkheid van alle staatsburgers,

- onafhankelijk van geslacht, godsdienst, ras en nationaliteit;

- plaatselijk zelfbestuur op brede schaal,

- westelijk zelfbestuur voor gebieden die zich onderscheidden door hun levensvoorwaarden en door de samenstelling van de bevolking (gewestelijke autonomie);

- zelfbeschikkingsrecht voor alle naties die deel uitmaakten van de staat;

- internationale solidariteit van de arbeidersklasse in de strijd tegen autocratie en kapitalisme.

 

  Tegelijkertijd verklaarden de bolschewieken in hun programma inzake het nationaliteitenvraagstuk dat het ontoelaatbaar was het formele recht op afscheiding te verwarren met de doelmatigheid van en dergelijke afscheiding, en dat men dit probleem diende op te lossen al naar gelang de concrete historische omstandigheden, waarbij men zich in de erste plaats moest laten leiden door de belangen van de klassenstrijd van het proletariaat.

 

  "Wij eisen de vrijheid om over hun eigen lot te beschikken, d.w.z. onafhankelijkheid, d.w.z. de vrijheid om zich af te scheiden voor de onderdrukte naties" schreef Lenin, "niet omdat economische verbrokkeling of kleine staten ons ideaal zouden zijn, doch integendeel omdat wij streven naar grote staten en toenadering, ja zelfs samensmelting, van de naties, maar dan op waarachtig democratiche, waarachtig internationalistische basis, die ondenkbaar is zonder de vrijheid om zich af te scheiden".

 

  In februari van het jaar 1917 vond in Rusland de burgerlijk-democratische revolutie plaats. Dit was het laatste bedrijf in de eeuwenoude geschiedenis van de strijd der volkeren in het Russische imperium tegen de autocratie.

De dynastie der Romanovs, die het land meer dan 300 jaar getiranniseerd had, kwam ten val.

 

  De burgerlijke Voorlopige regering die aan het bewind kwam *, verklaarde zich te distantiëren van de russificatie-politiek van het tsarisme, maar in werkelijkheid haastte zij zich niet te voldoen aan de eisen van de onderdrukte volkeren.

 

* Ten gevolge van de Februari-revolutie van 1917 vond Rusland een eigenaardige vervlechting van machten plaats: een burgerlijk bewind, de Voorlopige regering, en een revolutionair-democratisch, de Sovjets (Raden).

De burgerlijke partijen, die overheersten in de sovjets, steunden de Voorlopige regering en lieten later zelfs de volledige staatsmacht in het land aan haar over.

 

  Terwijl zij de autonomie van Finland herstelde, repte zij geen woord over het zelfbeschikkingsrecht van het Finse volk; terwijl zij de noodzaak van de vorming van een onafhankelijke Poolse staat erkende, stelde zij en beslissing over deze kwestie uit tot de Wetgevende vergadering. In wezen bestond de nationaliteitenpolitiek van de Voorlopige regering slechts uit een reeks halve maatregelen, die geen enkele principiële verandering met zich meebrachten en over het geheel genomen de koers van het oude regime voortzetten.

 

  De arbeiders en boeren van de onderdrukte vol keren van hun kant wachtten niet alleen op bevrijding van het nationaal-koloniale juk, maar ook op een oplossing van de brandende actuele problemen die allen bezighielden: in de meest uiteenlopende talen weerklonken de eisen van vrede, land, brood en vrijheid.

In de nationale bevrijdingsstrijd van de werkende massa's van de nationale randgebieden werd het streven om zich te verenigen met het Russische proletariaat steeds sterker.

 

  Na de Februari-revolutie kwam de bolschewistische partij boven uit de illegaliteit; de bolschewieken hadden de mogelijkheid gekregen om zich openlijk voor de volkeren van Rusland te manifesteren met hun programmaeisen. De nieuwe situatie verlangde van hen concrete antwoorden op veel vragen, waaronder ook de vraag naar de toekomst van de volkeren die zich bemoeid hadden om zelfbeschikkingsrecht.

 

  In april 1917, onmiddellijk na zijn terugkeer uit een jarenlange emigratie, schreef Lenin: "... De Grootrussen zullen noch Polen, noch Koerland, noch de Oekraine, noch Finland, noch Armenië met geweld vasthouden, noch enig ander volk. De Grootrussen stellen een broederverbond voor aan alle volkeren en de vorming van een gemeenschappelijke staat op basis van vrijwillige instemming van elk volk apart, en hierbij is op geen enkele wijze sprake van geweld, hetzij direct, hetzij indirect".

 

  De hele burgerlijke en kleinburgerlijke pers stortte zich eenstemmig op Lenin, waarbij zij verkondigde dat de bolschewieken zouden oproepen tot "de afbraak van een grote mogendheid", dat zij "het Grote Rusland zouden maken tot een speelbal van de imperialisten" e.d.

 

  Op deze aanvallen antwoordde Lenin vol kalme zekerheid:

"Wij willen een broederverbond van alle volkeren... Als de Oekraïeners zien dat bij ons een radenrepubliek ingesteld wordt, zullen zij zich niet afscheidden; als er bij ons echter een Miljoekov-republiek * komt, zullen ze zich afscheiden".

 

* P. V. Miljoekov (1859-1943) was een van de organisators van de burgerlijke Kadettenpartij, premier van de Voorlopige Regering.

 

  Op het eerste Al-Russische congres van de sovjets van arbeiders- en soldatenafgevaardigden in juni 1917 lanceerde Lenin voor het eerst de leuze van het toekomstige Rusland als een unie van vrije republieken.

 

  Met de overwinning van de Oktober-revolutie in 1917 en de instelling van een arbeiders- en boerenbewind kwam de nationaliteitenkwestie uit de theoretische sfeer terecht in de sfeer van de concrete politiek.

 

 

"Wij heersen, zonder dat we volgens de wreedaardige wet van het antieke Rome verdelen, en we verenigen juist alle werkers met de onverbrekelijke ketenen van levende belangen en van klassebewustzijn. En onze unie, onze nieuwe staat is duurzamer dan een bewind van overweldigers, dat door middel van leugens en ijzer verenigt in de kunstmatige staatslichamen die de imperialisten nodig hebben."

 

V. I. LENIN

 

 

  Het Sovjet-bewind talmde niet met de verwezenlijking van zijn strategische uitgangspunten.

Op 25 oktober (7 november *), de eerste dag van de land revolutie, verkondigde het tweede Al-Russische corgres der sovjets van arbeiders- en soldatenafgevaardigden in de proclamatie "Aan arbeiders, soldaten en boeren dat de nieuwe regering aan alle naties die het grondgebied van Rusland bewonen, het recht op waarachtige zelfbeschikking zou garanderen".

 

*Tot februari 1918 worden alle data aangevoerd volgens de destijds in Rusland geldende kalender, die 13 dagen achterliep op de Europese. Tussen haakjes de data volgens de Europese kalender.

 

  Een week later formuleerde de "Declaratie van de rechten der volkeren van Rusland" de belangrijkste principes van de onderlinge verhoudingen tussen de volkeren van het land:

- gelijkheid en soevereiniteit,

- het recht op vrije zelfbeschikking tot en met afscheiding en vorming van en zelfstandige staat,

- afschaffing van iedere vorm van nationale en nationaal-religieuze voorrechten en beperkingen,

- vrije ontplooiing van de nationale minderheden en etnische groeperingen die het land bevolkten.

Op 20 november 1917 nam de Sovjet van Volks Сommissarissen (SNK, de ministerraad) een boodschap "Aan alle werkende mohammedanen in Rusland en in het Oosten" aan, waarin plechtig verklaard werd dat vanaf dat tijdstip het geloof en de zeden, de nationale en culturele instellingen van deze volkeren vrij en onschendbaar zouden zijn;

het volle gezag van de arbeiders- en boerenstaat zou borg staan voor de verdediging en de bescherming van hun rechten.


  Deze twee documenten legden de basis voor een samenwerkingsverband tussen de volkeren van Rusland die bevrijd waren van het juk van de landheren en de capitalisten.


  Voor de praktische uitvoering van de nationaliteitenpolitiek van de partij werd een volkscommissariaat voor nationaliteitenkwesties georganiseerd, waarvan Iosif Stalin de leiding had.

  De belangrijkste taak van dit orgaan was om ervoor te zorgen dat de algemene maatregelen van de Sovjet-regering rekening hielden met de nationale bijzonderheden van elk volk.


Zonder raadpleging van het volkscommissariaat voor nationaliteitenkwesties konden de overige commissariaten (onderwijs, financiën, communicatiewezen enz.) geen beslissing nemen in enige aangelegenheid die het leven van de nationaliteiten betrof.


De Sovjet-regering verleende zelfstandigheid aan het emiraat van Boechara en het kanaat van Chiva, die eertijds onder Russisch protectoraat stonden;

Boechara en Chiva werden bevrijd van alle verplichtingen die hun ooit door het tsarenbewind opgedrongen waren.


In december 1917 bevestigden de Sovjet van Volkscommissarissen en het Al-Russische Centrale Uitvoerende Comité * de decreten met betrekking de erkenning van de staatkundige onafhankelijkheid van Finland en het zelfbeschikkingsrecht van het volk van "Turks Armenië".


* Het Al-Russische Centrale Uitvoerende Comité (VCIK) is het hoogste wetgevende orgaan van de staatsmacht in de RSFSR (de Russische Socialistische Federatieve Sovjet Republiek, de grootste van de Sovjet-republieken).

Vóór de vorming van de USSR in 1922 bevatte het tevens de afgevaardigden van de Oekraine en Wit-Rusland.


  Het Sovjet-bewind was de eerste die het recht van Polen op zelfbeschikking en een onafhankelijk bestaan eekende.


  De arbeiders- en boerenregering gaf aan de eertijds onderdrukte volkeren de nationale en religieuze relikwieën terug die hun door de Russische tsaren ontnomen waren: de Oekraïeners kregen vaandels, kanonnen en een hetmanstaf terug; de "Heilige koran van Osman", de Soejoembeki-toren in Kazan, de Karavan-Saraj moskee en het volkshuis der Basjkieren in Orenburg gingen over in handen van de mohammedaanse volkeren; culturele, wetenschappelijke en historische oudheden van de Armeniërs, Letten, Polen, Finnen en Georgiërs die daarvóór deel uitgemaakt hadden van tsaristische collecties, keerden terug naar hun wettige eigenaars.


  Vanaf de eerste dagen van het Sovjet-bewind konden de werkende massa's van de diverse nationaliteiten ondervinden wat het nieuwe stelsel hun te bieden had. Zij zagen dat er een einde gekomen was aan de willekeur van capitalisten en landheren, dat fabrieken en bedrijven eigendom van de gemeenschap werden en de grond zonder vergoeding overging in handen van de boeren.


  Duizenden voorbeelden toonden hun op overtuigende wijze me hoeveel tolerantie en tact de communisten de nationale gevoelens van elk volk benaderden.


En het is volkomen wetmatig dat het Sovjet-bewind binnen een uiterst kort tijdsbestek - door Lenin een "triomftocht" genoemd - in vrijwel het gehele land zegevierde: in de Oekraine, in Wit-Rusland, Moldavië, Estland, Letland*, Centraal Azië en Bakoe (in de rest van het territorium van de Transkaukasus lukte het de krachten van de contrarevolutie zich nog enige tijd te handhave).


* Vervolgens slaagde de nationale bourgeoisie in de Baltische staten erin om met rechtstreekse steun van de legers van het Duitse keizerrijk het Sovjet-bewind omver te werpen. In november 1918 maakte het koninkrijk Roemenië meester van het westelijke deel van Moldavië en hield toestemming van de landen van de Entente bezet.


De eerste balans van de triomftocht werd in januari 1918 opgemaakt door het derde Al-Russische congres der sovjets, dat de "Declaratie van de rechten van het werkende en uitgebuite volk" bevestigde. Rusland werd uitgeroepen tot Republiek der sovjets van arbeiders-, soldaten- en boerenafgevaardigden.

Facsimile van de "Declaratie van de rechten van het werkende en uitgebuite volk", die geschreven was door

V. I. Lenin en de basis vormde voor de eerste Constitutie van de Russische Federatie uit het jaar 1918.

Alle macht zowel centraal als plaatselijk behoorde vanaf dat moment aan de vertegenwoordigende organen van het volk, de sovjets In zijn slotwoord op het congres zei Lenin: "Bij ons in Rusland is op het gebied van de binnenlandse politiek nu definitief de nieuwe staatsvorm van een socialistische Sovjet-republiek erkend, als federatie van vrije republieken van de diverse naties die op het grondgebied van Rusland wonen."


De eerste autonome eenheid binnen de Russische Federatie werd de Toerkestaanse Sovjet-republiek

Het 5e streekcongres der sovjets van Toerkestan, dat eind april, begin mei 1918 bijeenkwam, nam en "Verklaring aangaande de Toerkestaanse federatieve Sovjet-republiek" als vast onderdeel van de Russische Federatie (RSFSR) aan.



Omstreeks dezelfde tijd werden autonome republieken gevormd in de noordelijke Kaukasus en langs de kust van de Zwarte Zee. Het Terek-gebied dat bevolkt werd door Kabardijnen, Tsjetsjenen, Ingoesjen en Terek-kozakken, werd in februari 1918 gevormd op het 2e congres van de volkeren van de Terek-streek; het centrum ervan werd Vladikaukaz (het tegenwoordige Ordzjonikidze). De burgerlijke Tereks-Dagestaanse regering, die gevormd was door plaatselijke nationalisten, werd om vergeworpen door de arbeiders en bezitlozen van het Terek-gebied.

In mei 1918 riep het 3e congres der sovjets van de Koeban-streek en het Zwarte-Zeegebied de Sovjet-republiek van het Koeban- en Zwarte-Zeegebied als onderdeel van de RSFSR uit.

In die zelfde tijd werden de autonome Don-republiek en de Taurische Sovjet-republiek op de Krim gevormd. In de eerste helft van 1918 werden voorbereidingen getroffen voor de creatie van een Tataars-Basjkierse republiek; het uitbreken van de burgeroorlog en buitenlandse interventie verhinderden echter de verwezenlijking hiervan.

Vladimir Ilyitch Lenin, de voorzitter van de Sovjet van Volkscommissarissen, de eerste regering van de werkende massa's in de geschiedenis van Rusland.

Het verschijnen van de eerste nationale staatkundige eenheden binnen de Russische Federatie, de daarop volgende vorming van onafhankelijke Sovjet-republieken in de Oekraïne en in Wit-Rusland en vervolgens in Azerbajdzjan, Armenië en Georgië - dit waren reële resultaten van de op zelfbeschikking der volkeren gerichte politiek die het Sovjet-bewind voerde.


Voor een waarachtige vereniging der volkeren is het noodzakelijk dat ze gemeensehappelijke belangen hebben.


K. MARX en F. ENGELS


De overwinning van de socialistische revolutie in Rusland bracht alle vijandige klassen tegen haar in het geweer.

In het kamp van de contrarevolutie vond men zowel vertegenwoordigers van de nationale bourgeoisie als monarchisten, voorstanders van één ondeelbaar Rusland.

Gevoelens van haat jegens het nieuwe bewind verenigden hen allen.


Aanzienlijke steun ontvingen de krachten van de contrarevolutie van het internationale kapitaal. Wie zijn bezittingen in Rusland erbij ingeschoten was wie vreesde dat de vlammen van de revolutie zouden overslaan op de buurlanden, poogde de jonge staat in de kiem te smoren. Geld en bewapening, oorlogsuitrusting en proviand, militaire adviseurs van diverse rangen arriveerden uit Duitsland, Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten en Japan.

Terwijl de Entente* en het Drievoudige verbond** doorgingen elkaar te beoorlogen, subsidieerden ze gul en eensgezind alle tegenstanders van het Sovjet-bewind.


* Het imperialistische blok van Groot Brittannië, Frankrijk en tsaristisch Rusland. Het kwam tot stand in de jaren 1904-1907 en verenigde gedurende de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) ruim 20 staten. Organisator van de gewapende interventie tegen Sovjet-Rusland in de jaren 1918-1920.

** Het militair-politieke blok van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië dat opgericht werd als tegenwicht voor de Entente.


De jaren van de burgeroorlog en de interventie werden een harde leerschool van het internationalisme voor de volkeren van het gewezen tsaristische Rusland. Maar deze school leverde al vlug de nodige politieke kennis en haar lessen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. In het land vond een splijting plaats niet op grond van nationale kenmerken, maar op basis van klasseonderscheid.


Aan de hand van hun eigen ondervindingen raak ten de werkende massa's van de diverse nationaliteiten ervan overtuigd, dat het absoluut noodzakelijk was de gewapende krachten te bundelen in de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand, omdat anders morgen al de landheren en capitalisten konden terugkeren, en met hen de vroegere onderdrukkenmerken, maar op basis van klasseonderschking en uitbuiting.


Ook na de beëindiging van de burgeroorlog in 1920 bleef de dreiging van een nieuwe interventie van de kant van het internationale imperialisme de jonge staat voortdurend boven het hoofd hangen. Geen van alle republieken afzonderlijk genomen zou haar soevereiniteit in haar eentje kunnen verdedigen (de voorbeelden van Hongarije* en de Baltische staten vormen daar een bevestiging van). Ook in vredestijd hadden de republieken behoefte aan een militair bondgenootschap.


*Op 21 maart 1919 riepen de arbeiders en boeren in Hongarije een radenrepubliek uit. Deze revolutie werd op 1 augustus 1919 door de Entente met militair geweld ongedaan gemaakt, met steun van de binnenlandse contrarevolutie.


De economische omstandigheden eisten eveneens een nauwer verband: het herstel van de ontwrichte volkshuishouding, rationeel gebruik van de historisch ontstane arbeidsverdeling, exploitatie van de infrastructuur volgens een uniform plan enz.


Britse landing van Entente in Moermansk, (Nord Rusland)1918

Een pantsertrein, gedurende de burgeroorlog van de jaren 1918-1920 voor het Rode Leger gebouwd door de arbeiders van de spoorwegwerkplaats van Tsjardzjou in Tourkmenië

De economische belangen van de nationale gewesten waren van oudsher nauw met elkaar vervlochten. Georgië, laten we zeggen, kon niet leven zonder het Russische graan. Rusland kon evenmin buiten de aardolie uit Bakoe als buiten de lucht die het ademde. De Oekraine produceerde suiker en dolf steenkool, de Oeral voorzag het land van metaal enz.


Gedurende de burgeroorlog werd een aanvang gemaakt met de economische samensmelting van de diverse republieken, de aaneensluiting van hun industrie, transportwezen en financiën. Op basis hiervan werden in de jaren 1920-1921 de eerste bondgenootschapsverdragen gesloten tussen de RSFSR, Azerbajdzjan, de Oekraine, Wit-Rusland, Armenië en Georgië, die een juridische bevestiging vormden van hun economische samenwerking.

De vertegenwoordigers van de Sovjet-volksrepubliek van Boechara vóór hun vertrek naar Moskou om een verdrag van vriendschap met de regering van de Russische Federatie te sluiten (maart 1921).

De banden op economisch en militair gebied werden aangevuld door een overeenkomst aangaande diplomatieke eenheid.

 

In het streven de betrekkingen met de kapitalistische landen te normaliseren, aanvaardde de Sovjet-regering in 1922 de uitnodiging van de Hoge Raad van de Entente om deel te nemen aan een economisch conferentie die in Genua bijeen zou komen. Aangezien alleen de Russische Federatie zo'n uitnodiging ontving, gaven de andere republieken haar opdracht hun belangen op de conferentie te vertegenwoordigen en namens hen verdragen met welk land dan ook te ondertekenen*.

_______

*Tot 1922 voerden de Sovjet-republieken hun buitenlandse politiek zelfstandig. Azerbajdzjan bijvoorbeeld onderhield diplomatieke betrekkingen met Finland, Duitsland, Oostenrijk, Afghanistan, Turkije en andere staten.

 

Kortom, de realiteit zelf vroeg om een steeds nauwere band tussen de republieken. Dat was de enige manier om de taken van de socialistische opbouw met succes te lijf te gaan en een eind te maken aan de nationale rechtsongelijkheid in de economische en culturele ontwikkeling van 's lands randgewesten, een erfenis van de politiek van grote mogendheid die het tsaristische bewind gevoerd had.

 

"Wij willen een vrijwillige unie van de naties," schreef Lenin, een unie die geen enkele gewelddaad van de ene natie tegenover de andere zou toelaten, een unie die gebaseerd zou zijn op volledig vertrouwen, op het heldere bewustzijn van broederlijke eenheid, op volmaakt vrijwillige instemming."

 

Het creatief onderzoek naar de meest aanvaardbare staatkundige vorm van vereniging van de nationale Sovjet-republieken bleek echter een verre van eenvoudige zaak te zijn.

SAMEN EN OP VOET VAN GELIJKHEID

...De Unie is een vrijwillige vereniging van gelijkgerechtigde volkeren... elke republiek bezit het gegarandeerde reeht om vrijelijk uit de Unie te treden... toetreding tot de Unie staat open voor iedere socialistische Sovjet-republiek, zowel bestaande als zij die in de toekomst zullen ontstaan...


Uit de Declaratie over de vorming van de USSR



De nacht van de 31e december daalde neer, de nacht van de laatste dag van het scheidende jaar 1922. In Moskou, aan het Strastnaja plosjtsjad (plein), schenen dwars door de vallende sneeuw de helder verlichte ramen van de typografie van de krant "Izvestia" (Nieuws).


Een letterzetter, manipulerend met een scherpe priem, vormde letter voor letter er bestonden destijds nog geen machines die hele regels goten - de vette kop op de voorpagina:


"De vorming van de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken een nieuwjaarsgeschenk aan het wereldproletariaat".


Het nummer met het verslag van de werkzaamheden van het eerste Al-Unie congres der sovjets, dat de vorming van de Unie had vastgelegd, was gereed voor de drukpers.


Voor het merendeel van de lezers die de volgende ochtend het verse nummer van de "Izvestia" ontvingen, kwamen de besluiten van het congres niet onverwacht. Gedurende de drie voorafgaande maanden had de Sovjet-pers regelmatig een overzicht gegeven van het verloop van de algemene landelijke discussie over de principes van de creatie van een multinationale staat in de vorm van een unie. Hier volgen slechts enkele uittreksels uit het krantenmateriaal van die dagen:

Uit de resolutie van de stedelijke conferentie van communisten te Tiflis (het huidige Tbilisi) van 20 oktober:


"Deze nieuwe broederbond op voet van gelijkheid, iets wat in de hele wereld nog nooit vertoond is, beantwoordt helemaal aan de vitale belangen van de arbeidende volksmassa's van de Sovjet-landen, voor wier politieke bevestiging en economische ontwikkeling het noodzakelijk is dat zij zich verenigen in éen machtige unie der sovjets tegenover het kapitaal."


Uit het besluit van het uitgebreide plenum van de Azebajdzjaanse Raad van Vakbonden van 5 november:


"De enige weg naar consolidatie van de Oktoberoverwinning, naar verdieping en verbreiding van haar veroveringen, is gelegen in de nauwe broederlijke vereniging van alle Sovjet-republieken de RSFSR, de Oekraine, Wit-Rusland en de Transkaukasische Federatie tot één machtige Sovjet-vuist."


Uit het verslag van een vergadering van boeren uit de gemeente Dranda, in het Goemistin-district in Abchazië, van 26 november:


"Wij, boeren van de gemeente Dranda, achten de politieke lijn van de Communistische Partij met betrekking tot de vorming van een unie van Sovjet-republieken, volkomen juist..."


Uit de verklaring van de stads-sovjet van Minsk van 13 december:

 

"... In aanmerking genomen de noodzaak tot grote krachtsinspanningen voor de moeilijke werkzaamheiden die in het verschiet liggen, dient het 4e congres der sovjets van geheel Wit-Rusland een beslissing te nemen die een nog steviger band tussen de Sovjet-republieken zou creëren, waarbij tegelijkertijd de invloed van elke afzonderlijke Sovjet republiek op de aangelegenheden van de hele Unie van Sovjet-republieken bewaard blijft."


En zo in honderden gebieden en regio's, steden en dorpen, op vergaderingen van arbeiders, soldaten en boeren. Goedkeurende stemmen weerklonken in alle talen, in de meest afgelegen uithoeken van het land: van het hoge Noorden tot de gloeiende woestijnen van Centraal-Azië en de zonnige republieken van de Kaukasus.


In december keurden de hoogste wetgevende organen van de republieken - de congressen der sovjets de besluiten van het in oktober gehouden plenum van het Centraal Comité van de RKP (b) goed, waarbij ze erkenden dat de tijd rijp was en dat het een noodzaak was om één staat te creëren in de vorm van een unie.


De 30e december 1922 brak aan.

2215 gedelegeerden uit alle hoeken van het land verzamelden zich in Moskou in het Bolsjoj-theater om de vereniging van onafhankelijke Sovjet-republieken haar beslag te doen krijgen Iosif Stalin hield een referaat over de vorming van de USSR en merkte op dat in de geschiedenis van het Soviet-bewind de 30e december een mijl paal zou worden tussen de oude periode die reeds achter de rug was, toen de Sovjet-republieken weliswaar gezamenlijk optraden maar toch ieder hun eigen weg gingen, en de nieuwe, de periode van de aaneensluiting der krachten voor het herstel van de volkshuishouding, de vereniging van hun militaire potentieel, hun financiële en economische mogelijkheden.

Afgevaardigden tijdens het eerste Al-Unie congres der sovjets, dat de Declaratie en het Verdrag over de vorming van de USSR aannam (30 december 1922)


Nadat Stalin de teksten van de Declaratie en het Verdrag over de vorming van de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken voorgelezen had, stelde hij aan het congres voor deze beide documenten te bespreken en aan te nemen.

De gedelegeerde van de Oekraïne, de commandant van de troepen op de Krim* en in de Oekraïne Michail Froenze, diende vervolgens het voorstel in de Declaratie en het Verdrag slechts in hun grond trekken te bekrachtigen.


*Tot 1954 maakte het schiereiland van de Krim deel uit van de R.S.F.S.R. In 1953 Stalin was vermoord door Chroestchov. Volgende jaar, in 1954 door een onwettelijke beslissing van Chroestchov behoorde de Krim tot de Oekraine. En nu behoort het terug tot de R.S.F.S.R. (nu de Russische Federatie).


Het Centraal Uitvoerend Comité der USSR, dat tijdens het congres gekozen u worden, moest zich volgens hem buigen over de definitieve nitwerking van deze documenten. En pas na hernieuwde bespreking door de centrale uitvoerende comités van de republieken dienden het Verdrag en de Declartie voorgelegd te worden aan de zitting van het Centraal Uitvoerend Comité van de USSR, dat belast zou worden met de inwerkingstelling ervan.

Michail Froenze (1885-1925)

"Deze weg," merkte Froenze op, "lijkt een lange te zijn, maar wij dienen er rekening mee te houden dat ook de zaak die we nu gezamenlijk ondernomen hebben een zaak van uitzonderlijk belang is, een zaak met de vormgeving waarvan gerust meer dan zomaar één of twee maanden gemoeid mogen zijn, opdat ook de resultaten zo volmaakt mogelijk zijn..."


De beslissing van het congres was unaniem:

de Declaratie en het Verdrag in hun grondtrekken bekrachtigen.


De uitwerking en de bespreking van de documenten in de republieken duurde het hele eerste halfjaar van 1923. Op 6 juli bekrachtigde de tweede zitting van het Centraal Uitvoerend Comité van de USSR de Constitutie van de Sovjet-Unie.

In januari 1924 ratificeerde het tweede Al-Unie congres der sovjets haar, waarmee de juridische vormgeving de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken voltooid was.


Het Verdrag voorzag in de organisatie van overheidsorganen van de staatsmacht voor de hele Unie en bepaalde in grote trekken hun competentie. Ook werden de grenzen vastgelegd van de volmachten die de republieken vrijwillig en gelijkelijk aan de Unie overdroegen (kwesties betreffende defensie, gecentraliseerde planning, een gezamenlijke diplomatike vertegenwoordiging in het buitenland e.d.).

Afgevaardigden tijdens het eerste Al-Unie congres der sovjets, dat de Declaratie en het Verdrag over de vorming van de USSR aannam (30 december 1922)

De gedelegeerden kozen het Centrale Uitvoerende Comité van de Unie, dat uit 371 man bestond, die alle samenstellende republieken vertegenwoordigden. Ook de voorzitters van het Comité werden gekozen: Michail Kalinin (RSFSR), Grigori Petrovski (Oekraine), Aleksandr Tsjervjakov (Wit-Rusland), Nariman Narimanov (Transkaukasische Federatie).

 

"... Wat hier vandaag onder relatief bescheiden omstandigheden plaatsvindt," zei Kalinin bij de afsluiting van het congres, "is een gebeurtenis van wereldbelang... Duizenden jaren al worstelen de beste geesten van de mensheid met het theoretische probleem op zoek naar vormen die de volkeren de mogelijkheid zouden geven om zonder im mense kwellingen en zonder onderlinge strijd in vriendschap en broederschap te leven. Pas tegenwoordig, op de huidige dag, worden de eerste praktische stappen in deze richting ondernomen..."

 

"De oprichting van een Unie van Socialistische Sovjet-Republieken was een verwerkelijking van de ideeën van Vladimir Iljitsj Lenin, van diens principes met betrekking tot een nationaliteitenpolitiek".

 

Uit de verklaring van het Centraal Comité der CPSU "Over de 60e jaardag van de vorming van de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken" (februari 1982)

Lenin was niet aanwezig op het Congres. Een hernieuwde aanval van een zware ziekte kluisterde hem aan bed, en de artsen verboden hem elke active deelname aan de politiek. Maar ondanks de kategorische voorschrieften van de medeci vond hij juist op deze dag, de 30e december, de kracht om te beginnen met het dicteren van zijn befaamde brief "Omtrent de nationaliteitenkwestie of over "autonomisatie""", een programma dat men kan beschouwen als zijn testament aan de partij over de verwezenlijking van een nationaliteitenpolitiek in de Unie van de Sovjet-republieken.


Dit kan nauwelijks een toevallige samenloop van de omstandigheden geweest zijn. De vraag over de vormgeving van de nieuwe multinationale staat had een brede discussie losgemaakt binnen de partij, en Lenin had zich genoodzaakt gezien zijn plan ter vereniging van de onafhankelijke Sovjet Republieken staande te houden in een hevige polemiek met vele opponenten. Nu maakte hij als het ware de balans op van al zijn inspanningen.


To be continued...